Home » Zwanger » Geboorte » Arbeid » Fasen van de arbeid

Fasen van de arbeid

Home » Zwanger » Geboorte » Arbeid » Fasen van de arbeid

Fasen van de arbeid

Binnenkort moet je bevallen van je kleine baby maar wat gebeurt er nu allemaal tijdens zo een bevallingsproces? Je vraagt je af hoe een bevalling begint, hoe een wee nu echt aanvoelt en wanneer je mag starten met persen. Hou er rekening mee dat je lichaam vanalles zal doormaken tijdens zo een bevallingsproces en ook nog even moet genezen.

zwanger goedbedoelde raad familie vrienden

Oefenwee of harde buik

Vanaf ongeveer 24 weken zwangerschap ondervindt de zwangere voorweeën, ook oefenwee of harde buik genoemd, die veelal niet pijnlijk zijn en met onregelmatige tussenpozen optreden. Het is een spiersamentrekking van de baarmoeder waardoor je buik strak en hard aanvoelt. Hoe later in de zwangerschap, hoe vaker de samentrekkingen zullen plaatsvinden.

Begin van de bevalling

  • Weeën

Meestal wordt een bevalling ingezet met spiersamentrekkingen van de baarmoeder waardoor de baarmoedermond verandert en minder stug wordt en zich later kan openen. Dit proces heet verstrijken verweken. Voorweeën duren kort en komen met onregelmatige tussenpozen.

  • Breken van de vliezen en verlies van vruchtwater

De bevalling kan ook beginnen met het breken van de vliezen, waardoor het vruchtwater naar buiten stroomt. Als de vliezen hoog in de baarmoeder breken, kan je het vruchtwater ook druppelsgewijs verliezen. Daarna ontstaan de weeën. De weeën kunnen ook opgewekt worden de vruchtvliezen wat los te laten maken, dit heet strippen. Soms komen de weeën niet op gang als de vliezen gebroken zijn. Na 24 tot 48 uur wordt in de regel aangeraden om medisch in te grijpen, vanwege het infectiegevaar. De bevalling wordt dan kunstmatig op gang gebracht, dit heet inleiden.

  • Verlies van de slijmprop, bloederig slijm

Een teken van het begin van de bevalling is het verliezen van bloederig slijm, de slijmprop die voor de baarmoederhals zat om de baby te beschermen tegen infecties. De ontsluiting is nu in gang gezet. Een inwendig onderzoek kan echter ook de aanleiding zijn.

De arbeid zelf verloopt in 3 fasen:

Wanneer je oefenweeën hebt dan ben je nog niet in arbeid. Deze oefenweeën gaan geleidelijk aan over in echte weeën. Op het moment dat de weeën beginnen is de kans groot dat je ontsluiting begint. Sommige vrouwen gaan snel door deze fase en hebben heel snel een volledige ontsluiting terwijl dit bij andere vrouwen langer kan duren.

Deze eerste fase kan je onderverdelen in 2 delen, de eerste latente fase en de tweede actieve fase. Hier worden de weeën regelmatig. Er komt een druk op de baarmoederhals die ontsluiting kan veroorzaken en zo gaat de baarmoederhals verstrijken en week worden. Vroeger werd dit eigenlijk gezien tot 4 cm ontsluiting. Deze fase staat getypeerd als dat ze nog kan stilvallen. Hier komen de weeën en zijn ze vooral zoekende. De intensiteit is ook nog niet om in actieve arbeid te zijn. Vaak duren weeën rond 1 minuut of korter. In het tweede deel, de actieve, fase zijn de weeën echter veel langer dan een minuut en kan je ze zeker niet meer vergelijken van intensiteit met de latente fase. Ze zijn heel krachtig. Dit wil zeggen dat het hoofdje goed aansluit op de baarmoederhals. Hierbij ga je de 10 cm bereiken en een baby’tje die op bekkenbodem gaat zakken om te kunnen geboren worden. Hier kan je bloedverlies hebben, vliezen die breken en slijmverlies. De tweede fase beslaat de periode tussen de volledige ontsluiting van de baarmoederhals en de geboorte van de baby. Van zodra het kindje in het geboortekanaal is gedaald, voelt de mama een onweerstaanbare drang om mee te geven op de weeën.

Opbouw van de weeën

Een wee begint minder pijnlijk en wordt naarmate de seconden voorbijgaan steeds pijnlijker tot een bepaald hoogtepunt. Daarna zwakt de pijn weer af. Als een golf. Door het sterker en pijnlijker worden van de weeën, treedt er een bepaalde gewenning aan de pijn op.

Uitdrijvingsfase

De tweede fase is die van de ontsluiting en uitdrijving. Hierbij ervaar je een enorme druk van het hoofd van de baby op je darmen. Een volledige ontsluiting wil zeggen dat je ongeveer 10 cm opening hebt zodat je kindje vlot naar buiten kan. Eens de ontsluiting voldoende is zal je als toekomstige mama de opdracht krijgen om te beginnen duwen. Het gevoel om naar het groot toilet te gaan. Hier vinden dan ook de persweeën plaats. De weeën die voor een extra kracht zullen zorgen om jouw kindje uit die baarmoeder te duwen. Nadat de opening van de baarmoedermond voldoende is ontstaat volledige ontsluiting en volgt het volgende stadium van de bevalling. Door grote samentrekkingen van de baarmoeder en actief mee persen, wordt de baby door het geboortekanaal geduwd. Deze persweeën lijken op de aandrang bij toiletbezoek, maar zijn onweerstaanbaar sterk. Je kan niet anders dan actief mee gaan persen.

In dit stadium van de bevalling breken de vliezen vaak, als dit niet in het begin van de ontsluitingsfase al is gebeurd. Soms is dit niet het geval en wordt de baby nog in de vliezen geboren, “met de helm op”. Het hoofdje van de baby kost de meeste moeite om naar buiten te persen. Eens het hoofdje geboren, zal in de meeste gevallen nog slechts één perswee nodig zijn om het hele lijfje naar buiten te duwen.

De nageboorte

De nageboorte is de derde fase. Hierbij wordt de placenta of de moederkoek geboren. Dit kan tot een uurtje duren. Soms wordt een eventuele scheur of knip gehecht. Het kan ook zijn dat de moederkoek al sneller komt. Je kan kiezen voor een lotusbevalling en dan blijft de moederkoek na de geboorte nog even verbonden met jouw baby’tje. Op dat moment zie jij als mama de connectie die jij gedurende 9 maanden gehad hebt met jouw kindje.

Na de uitdrijvingsfase

  • Eerste ademhaling

De baby zal meestal spontaan voor het eerst zelfstandig beginnen ademhalen eenmaal buiten het lichaam van mama.

  • Nageboorte

Ongeveer tien minuten tot een half uur na de geboorte van de baby wordt de placenta of moederkoek uitgestoten, dit wordt nageboorte genoemd. Daarmee is de bevalling normaal gesproken afgerond.

  • Navelstreng

De baby is via de navelstreng verbonden met zijn mama en is zo in staat te groeien en alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen te krijgen. De navelstreng moet na de geboorte worden doorgeknipt en afgehecht.

Na de bevalling

De placenta laat een wond achter in de baarmoeder waardoor de vrouw gedurende 10 dagen tot een aantal weken bloed verliest, die heet vloeien. Deze bloeding is dan sterker dan tijdens de menstruatie. Daarna neemt het vloeien af en lijkt het op een normale menstruatie.

De baarmoeder, trekt zich weer samen om de oorspronkelijke afmetingen aan te nemen. Dit worden ook wel naweeën genoemd. Hierdoor kan je pijn hebben in de buik of rug. Wanneer je borstvoeding geeft treden deze baarmoedercontracties in sterkere mate op, dit versnelt het herstel zodat de wond die ontstaan is door het loslaten van de placenta sneller geneest en kleiner wordt.

Vrouwen die geen borstvoeding geven, zullen meestal langer vloeien dan vrouwen die wel borstvoeding geven. De meeste vrouwen die borstvoeding geven zullen 3-4 weken na de bevalling niet meer vloeien.

fasen van de arbeid